Van donderdag 27 maart tot en met woensdag 2 april waren onze vijfdeklassers samen met hun begeleiders in Rome en Florence. Lees hieronder het verslag van Jurre en bekijk de foto’s gemaakt door Maud (en anderen). Op Insta bij Hoogtepunten is de héle reis terug te vinden.
Slechts een paar dagen geleden was het dan zover: dé reis waar vanaf (minimaal) de eerste al naar uitgekeken werd. En nu al is het nostalgisch te noemen. Laat me u meenemen naar die goeie ouwe tijd van maart-april 2025.
Na ontelbare vakjes afgestreept te hebben op een aftelkalender met Romeinse data in lokaal 7 moest wel een keer het einde komen. Bijna alle plannetjes en dingetjes die ik met mensen had afgesproken voor de Romereis zijn in het water gevallen, dat impliceert al hoe plotseling de reis waar je je leven op hebt gewacht voor de deur staat. Na wat rotzooien had ik mijn Rome-playlist van 24 uur voor in de bus afgerond, mijn eten onderweg geregeld en dat was het dan wel. Het klinkt vervelend, maar dit laat perfect zien hoe de reis en de paar dagen ervoor een surrealistische, utopische, maffe, geweldige koortsdroom was, die veel te snel voorbijvloog.
En het was nogal een droom. Na de eerste stop in Italië en mijn eerste incassering van mijn Italiaanse duolingolessen was ik niet meer te stoppen. Ofschoon ik nog maar een paar parapludennen en savanneboompjes had gezien tussen de ruïnes van Ostia Antica, was ik door school uitgehuwelijkt aan een land waar ik zelf smoorverliefd op ben geworden. Men kan wel zeuren over het VOG budget, maar ik stel vast dat dit voor een bepaalde leerling de duurste Romereis ooit is. Dat is omdat deze absoluut herhaald zal worden.
Ik zie al voor me hoe ik met de metro, “attenzione pickpocket” schreeuwend, bij ‘Colosseo’ uitstap en nogmaals het gigantische bouwwerk mijn gezicht in gedrukt wordt. Dan kijk ik om me heen, snuif ik de lucht op en voel ik weer dat ik in Rome ben. Dan zal ik ook terugdenken aan de verhalen van mevrouw Uil en mevrouw van der Valk op het Forum Romanum over Caesar, Vestaalse maagden, de vrouw van Antoninus Pius, de senaat, de functie van het forum en Castor en Pollux, ook al valt het buiten het “TV-programma.” Ik zal langs la Bocca della Verità, zonder te liegen, door naar de tempel van Hercules, het theater van Marcellus en de in ere herstelde synagoge naar het culinair centrum van Italië, Trastevere, gaan om vervolgens, langs de Tiber, weer Vaticaanstad te bezoeken (misschien is die camerlengo die op Verasdonck lijkt dan geestelijk leider onder sede vacante.) waarbij alle verhalen zullen blijven echoën in mijn hoofd. En altijd vallen er nog zo veel meer gouden cassettenplafonds te tellen.
Er is zo veel aan deze reis qua bezienswaardigheden, wijze lessen, leuke/interessante verhalen en snuifbare cultuur, dat je gewoon je punt kwijtraakt.
Dus ik zal nog een poging wagen als ik het over Firenze moet hebben.
Espresso is er minstens zo goed. Eveneens de gnocchi, als je ervoor zorgt dat het breinvocht van je garnaal geen deel uitmaakt van je pastasaus (mijn fout). De eerste indruk van de stad was toch wel echt de afwijkende bouwkunst, waarin ook een cultuurverschilletje hier en daar op te merken is. Dat het afwijkt van Rome, betekent echter niet dat ik er niet net zo verliefd op kan worden. De gotische kerken waren verfrissend tussen de ontelbare met goud vergulde kerkplafonds. En wie zegt trouwens dat een brug altijd een open stukje weg moet zijn? Het is op zich een geschikte plek voor bebouwing. En uitkijkend over de gehele stad was eigenlijk alles zeer geschikt voor de aanwezige bebouwing.
Het meest Italiaanse moment wat ik had speelde zich tevens af in Firenze: na het laatste avondmaal, want zo voelde het ook, zijn we naar een gelateria gegaan. Ik kon daar vrijuit in het Italiaans klagen over de busreis die er aankwam, maar ik was er vooral om een canello te proberen. Na een stukje lopen sta je dus voor de Cattedrale di Santa Maria di Fiore een cannolo te eten, terwijl je luistert naar een opera zanger.
Eventjes later werden we ook nog gedag gezongen door een groepje operazangers met onder andere ‘con te partirò.’ Wat wil je dan verder nog? Na een groot applaus en forse individuele donaties was het dan tijd voor de terugreis. Daar voelde ik aan mijn plotselinge vermoeidheid dat mijn wekker mij uit mijn droom aan het trekken was. En na het passeren van de Nederlandse grens, met een tussentijdse ontmoeting met Wopke Hoekstra, werd ik wakker.
Jurre (klas 5)









