4 december 2025

Gebruiken, rituelen en patronen

Vaak krijgen we als onderwijsprofessionals de vraag of we ons werk niet saai vinden, jaar in jaar uit dezelfde lessen, zo denkt men dan. Niets is minder waar. Het gaat immers om mensenwerk waarbij we de leerstof via afgestemde werkvormen proberen over te brengen, met oog voor de situatie waarmee de groep binnenkomt. Wanneer je een willekeurige docent dan ook de vraag zou stellen een beschrijving te geven van “de normale les” dan ontstaat er vermoedelijk een heel divers en veelkleurig plaatje. Dit afhankelijk van het moment van de vraag, de persoon die de vraag beantwoord en de groep die deze persoon bij het beantwoorden van deze vraag voor ogen heeft.

Aan het woord is Johannes Vriend, onze nieuwe filosofiedocent. Hij laat zijn licht schijnen op ‘de normale les”.

22-11-2025

Huize ’t Blok

 

De Normale Les

 

Eenieder die in het Voortgezet Onderwijs werkzaam is, weet dat ‘de normale les’ een hoogst uitzonderlijk verschijnsel is. Nochtans zijn er welonderscheiden patronen aan te wijzen – ja, normaal is een kwestie van gebruiken, rituelen en patronen. 

Onder onderwijskundigen leeft dikwijls de vergissing, dat een leerling pas waarlijk uit de verf komt als deze volkomen wordt ‘vrij gelaten’, doch een leraar kenmerkt zich door diens patronen en aan deze patronen is de leerling gehecht: ze scheppen een variëteit aan gedragingen, zoals de wetten van het voetbal een oneindige veelheid aan schijnbewegingen, de regels van het schaken een veelheid aan oneindige opstellingen opleveren. Deze leerling groet mij steevast bij het betreden van het lokaal, maar steeds op een andere toonhoogte; gene wandelt liever geruisloos naar binnen en laat door de gelaatshouding genoegen of ongenoegen blijken. De ene spreekt tijdens de les veel, roept door het lokaal – wat hij zegt verschilt inhoudelijk van wat hij eerder zei, maar de rol die de woorden in het sociale spel spelen zijn immer eender; de ander zwijgt, maar steeds een ander zwijgen. 

Aan het begin van de les neem ik plaats op mijn docententroon teneinde de presentiegraad te controleren. Ik schouw in de rijkdom van een uitbundige groep leerlingen. Het valt me op hoe uitzonderlijk verscheiden van karakter ze zijn. ‘Eens zien,’ denk ik. En ik vang snel aan te tellen. Ik lispel vervolgens: ‘Neen, geen afwezigen: dit wordt een normale les.’

 

Johannes B. Vriend