Dinsdag 3 november mochten de vierdeklassers hun discussievaardigheden testen buiten de eettafel of pauzeruimte tijdens een heuse debatdag.
De stellingen waren een week van tevoren gegeven en gingen zowel over zaken die dichtbij lagen (‘Ouders moeten volledige inzage hebben in de communicatie van jongeren tot 16 jaar’ of ‘Leerlingen op de basisschool moeten alleen cijfers krijgen voor hun inzet’) als bredere politiek-maatschappelijke kwesties (‘Vliegen binnen Europa moet verboden worden’ of ‘Vaders moeten verplicht dezelfde hoeveelheid ouderschapsverlof nemen als moeders’).
Aangezien de teams (bestaande uit 3 leerlingen) niet zelf mochten kiezen welke stelling ze kregen én of ze vóór of tegen waren, vergde dit veel van het inlevingsvermogen. Hoe verdedig je een standpunt waar je persoonlijk niet achter staat? Hoe ga je overtuigend een mening verkondigen over een kwestie waar je je eigenlijk (nog) geen mening over hebt gevormd? Een uitdaging dus, maar voor een groot deel van de vierdeklassers een die ze gretig aangingen. Een mooi cijfer voor Nederlands rolde eruit en de realisatie dat je op school af en toe toch echt wel iets leert waar je iets aan hebt in de ‘echte’ wereld!
